In dit hoofdstuk zijn de grondslagen voor de opbouw van de begroting opgenomen.
Prijspeil
In de Perspectiefnota 2022 is aangegeven met welke prijsontwikkelingen er bij de het opstellen van de begroting rekening wordt gehouden. Er zijn momenteel echter ontwikkelingen (door de oorlog in Oekraïne) waardoor de inflatie hoger is dan wat er in de perspectiefnota was opgenomen. De indexaties zoals opgenomen in de perspectiefnota worden zoveel mogelijk gevolgd. Er zijn 2 punten waar hier vanaf geweken is:
- Energielasten, hier is de stijging zo groot dat de energielasten zijn bijgesteld op basis van de prijzen welke bekend waren in de zomer 2022.
- Meerjarig onderhoudsbudget van de openbare ruimte (MJOB). Dit jaar en in een deel van vorig jaar zijn we geconfronteerd met sterke prijsstijgingen (bijvoorbeeld een prijsstijging van 23% voor het laten leggen van asfalt en veelgebruikte plantsoorten 11%). Vanwege deze prijsstijgingen stijgt het MJOB budget met 15% en het vakbeheer budget met 10%.
De overige budgetten zijn geïndexeerd op basis van de percentages zoals opgenomen in de perspectiefnota:
Tabel: Indexeringen
Onderwerp | Index | Toelichting |
---|---|---|
Loonkosten | 2,0 % | Verwachte CAO-stijging |
Pensioenpremie | 2,0 % | Stijging gelijk aan de loonkosten |
Materiële kosten | 3,0 % | Op basis van CPB verkenning middellange termijn (maart 2022) |
Subsidies | 3,0 % | Op basis van CPB verkenning middellange termijn (maart 2022) |
Lokale heffingen | 3,0 % | Op basis van CPB verkenning middellange termijn (maart 2022) |
Lokale heffingen
In 2008 is besloten het parkeertarief eens in de 3 jaar aan te passen, omdat de aanpassing van de parkeermeters een kostbare zaak is. Het tarief van de naheffingsaanslag voor 2023 wordt verhoogd naar het wettelijk tarief.
De toeristenbelasting in Velsen is in 2020 fors verhoogd en meer in lijn gebracht met het landelijk gemiddelde. Om die reden blijven de tarieven in 2023 ongewijzigd.
Woonlasten 2023
De woonlasten bestaan uit: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing is het uitgangspunt dat deze tarieven 100% kostendekkend zijn. Voor alle tarieven is een inflatiepercentage van 3,0% gehanteerd, zoals besloten bij de Perspectiefnota 2023.
Onroerende zaakbelasting
Het tarief van de OZB wordt verhoogd met de indexering van de Lokale heffingen (zie hierboven). De waardeontwikkeling van de objecten in de in de gemeente wordt verdisconteerd in het tarief. De mutatie van het aantal en de waardeontwikkeling van de objecten in de gemeente worden meegenomen met als peildatum 1 januari van het vorig begrotingsjaar.
Algemene uitkering
De Meicirculaire 2022 is financieel verwerkt in deze begroting. De door het Rijk gehanteerde aantallen voor bijvoorbeeld woningen, leerlingen, et cetera zijn overgenomen. Er zijn geen aannames opgenomen voor mogelijke beleidswijzigingen.
Gerekend is met constante prijzen, dit wil zeggen dat alleen de voor het jaar 2023 het verwachte prijspeil is meegenomen. Voor de volgende begrotingsjaren wordt geen aanvullende prognose gemaakt.
Rente
De door de gemeente betaalde rente op leningen wordt toegerekend aan de programma's en taakvelden waar deze betrekking op heeft. De toerekening vindt plaats met peildatum 1 januari op basis van het saldo van de investeringen (omslagrente) en grondexploitaties. De BBV-regelgeving geeft aan op welke wijze deze rente bepaald wordt. In de begroting is met de onderstaande rente percentages gerekend:
Tabel: rentepercentages
Onderwerp | Rente | Toelichting |
---|---|---|
Te betalen rente leningen | 1,252 % | Gemiddeld percentage over langlopende schulden |
Omslagrente | 1,50 % | Ten behoeve van investeringen |
Rente grondexploitaties | 1,17 % | Berekend op basis van de Jaarstukken 2021 |
Grondexploitaties
Het meerjarenperspectief is aangepast op basis van:
- Het MPG, zoals vastgesteld bij de Jaarstukken 2021.
- Het toe te rekenen rentepercentage, overeenkomstig de BBV-regelgeving, zie ook bij rente.
Investeringsplan
Het investeringsplan wordt bijgewerkt met inzichten uit de jaarstukken, de nieuwe investeringsvolumes uit de nota Investeringen en afschrijvingen, aanvullingen uit de kadernota, de actuele omslagrente en een inschatting van de planning wanneer investeringen kunnen worden gerealiseerd.
Overhead
Overhead is de verzamelnaam voor algemene kosten die niet direct kunnen worden toegewezen aan taken die zijn opgenomen in de begroting. Dit zijn de kosten die gemaakt worden om het primaire proces mogelijk te maken (ze zijn ondersteunend). De overhead wordt apart weergegeven in de begroting; in programma 5 Organisatie en Financiën.
De notitie Overhead van de commissie BBV is als leidraad gebruikt voor het aanmerken van kosten als overhead. Deze leidraad is verfijnd met het criterium dat kosten die voor meer dan drie afdelingen worden gemaakt tot de overhead behoren. Dit betreft onder andere salariskosten van leidinggevenden, kosten van ondersteunende afdelingen als facilitaire dienst, HRM, financiën, et cetera en de kosten van huisvesting en ICT.
Toerekening van personeelskosten aan taakvelden
De personeelskosten worden, overeenkomstig de BBV-regelgeving, direct verantwoord op het beleidsveld waar deze betrekking op hebben. Dit betreft alle personele kosten die niet specifiek genoemd zijn in de BBV-notitie Overhead. Op basis van de prioriteiten en activiteiten voor het begrotingsjaar worden de werkplannen van de afdelingen opgesteld. Deze vormen de basis voor de toerekening van de personeelskosten aan de programma's en taakvelden.
Begrote balans
Bij het opmaken van de begroting wordt een inschatting gemaakt van het verloop over de jaren uit het meerjarenperspectief van de reserves, voorzieningen en investeringen. Deze worden in de begrote balans opgenomen. Deze gegevens vormen samen met die uit de exploitatie de grondslag voor de financiële indicatoren in de paragraaf Weerstandsvermogen. De grondslagen zoals in de beleidsnota's zijn opgenomen gelden eveneens voor deze begroting, waarvan de belangrijkste zijn afschrijvingstermijnen, waarderingsgrondslagen en richtlijnen voor reserves en voorzieningen.
Vergelijkende cijfers 2022
Deze zijn opgenomen inclusief de vastgestelde 1e Bestuursrapportage 2022.