Paragrafen

Lokale heffingen

De ontwikkelingen en de tariefaanpassingen van de gemeentelijke heffingen worden beheerst door het vastgestelde tarievenbeleid en (ontwikkelingen) in de wetgeving. Bij de feitelijke tariefvaststelling spelen meer factoren mee: de werkelijke lasten en baten van het vorige en lopende exploitatiejaar, de areaaluitbreiding en de afhandeling van bezwaarschriften tegen de waardebeschikking WOZ.

De beleidsontwikkelingen en financiële kaders in de Perspectiefnota 2022 en verder zijn de uitgangspunten voor de lokale heffingen. Er wordt een inflatiepercentage van 3% gehanteerd.

Bij heffingen en rechten die de kosten van de activiteiten moeten dekken, wordt uitgegaan van 100% kostendekking. In de Perspectiefnota 2019 is besloten dat de kostendekkendheid van de leges omgevingsvergunningen met ingang van 2021 te verhogen. In 2023 is de reguliere indexering van 3% toegepast. Alle tarieven staan in de Belastingverordeningen 2023, die separaat aan de raad zullen worden aangeboden.

De ontwikkeling van de lastendruk 2023 ten opzichte van 2022 is als volgt:

Overzicht bruto lastendruk

Lastendruk 2022

Lastendruk 2023

Verschil meer persoonshh

1-pers.

Meerp.

1-pers.

Meerp.

Totaal

Index 3%

Overig

Aanslag OZB

291

291

304

304

13

9

4

Aanslag Rioolheffing

163

163

179

179

16

5

11

Aanslag Afvalstoffenheffing

362

394

375

407

13

12

1

Totaal

816

848

858

890

42

25

17

Verschil t.o.v. 2022 in euro

42

42

Verschil t.o.v. 2022 in %

5,15%

4,95%

De stijging van de lastendruk van € 42 wordt voor € 25 door een stijging van de lastendruk door het inflatiepercentage van 3%. Daarnaast is er stijging van de lastendruk van € 17. Deze betreft een stijging van € 4 bij de OZB als gevolg van een hogere gemiddelde waardestijging van een woning dan verwacht in 2022. Een stijging van € 11 bij de rioolheffing door een extra indexering van energie, hogere beheer- en uitvoeringskosten, BTW, overhead, kwijtschelding, kosten leegstand en meer aansluitingen. En een stijging € 1 bij de afvalstoffenheffing een extra indexering van energie, hogere BTW, overhead, kwijtschelding, kosten leegstand en meer aansluitingen. Gecompenseerd door lagere beheerkosten en inkomsten van grondstoffen.

Analyse gemeentelijke lasten 2022

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) houdt jaarlijks de lokale lasten bij van alle (deel)gemeenten in Nederland. Velsen staat in 2022 op plaats 183 in de rangorde van goedkoopste gemeente voor de woonlasten voor een eigenaar/bewoner van een meerpersoonshuishouden, dit was in 2021 plaats 212. Velsen staat in 2022 op plaats 206 in de rangorde van de goedkoopste gemeente voor de netto woonlasten voor een huurder in een meerpersoonshuishouden, dit was in 2021 239. In de monitor staan de tarieven van in totaal 354 (deel)gemeenten.

Ten opzichte van vergelijkbare en omliggende gemeenten zie je dat bijna alle gemeenten in dit overzicht te maken hebben met een stijging van de woonlasten bij een meerpersoonshuishouden. De stijging is het hoogst bij de gemeente Hoorn.

Gemeente

Woonlasten 2021 meer persoonshh

2021 Rangnummer Coelo

Woonlasten 2022 meer persoonshh

2022 Rangnummer Coelo

Velsen*

849

212

917

183

Almelo®

886

269

986

260

Alphen aan de Rijn®

818

168

908

169

Hoorn®

702

37

867

115

Purmerend®

801

151

874

128

Venlo®

800

148

900

155

Beverwijk

754

80

821

63

Heemskerk

811

160

875

130

Haarlem

893

276

969

242

* De lastendruk in de Coelo wijkt iets af van de lastendruk die wordt berekend bij belastingtarieven doordat de WOZ-waarde afwijkt op het tijdstip van berekening. De Coeloberekening vindt later plaats na vaststelling van de WOZ-waarde voor het nieuwe tijdvak.

De gemeentelijke lastendruk gaat in 2023 omhoog. Op basis van de tarieven 2023 is de bruto lastendruk voor 2023 voor een eenpersoonshuishouden € 858 en voor een meerpersoonshuishouden € 890.

Deze pagina is gebouwd op 11/03/2022 11:48:41 met de export van 11/03/2022 11:31:01